Orgel Gereformeerde kerk Appingedam, historie en dispositie
Het huidige orgel in de Gereformeerde Kerk van Appingedam dateert uit 1949. Daarvoor stond er een orgel van de orgelmaker H.J van de Molen uit Steenwijk (1865-1951), gebouwd in 1899, dus nog voor de vorige kerk. Dit orgel is na voltooiing van de kerk in 1927 in de nieuwe kerk geplaatst door Hendrik Vegter, orgelmaker uit Usquert. Al snel bleek dit orgel te klein voor de nieuwe kerk. Vandaar dat besloten werd tot vervanging.
Vermeldenswaard is nog dat de vader en de ooms van de bekende organist Klaas Bolt (1927-1990) de bespelers van dit vroegere orgel zijn geweest en dat het soms voorkwam dat tijdens de dienst en zelfs tijdens het begeleiden van de psalmen en gezangen, één van de broers een andere broer letterlijk van de orgelbank drukte om het spelen maar over te kunnen nemen.
De plannen voor het huidige orgel dateren uit 1946, in 1949 is het orgel door Pels (Alkmaar) geleverd, onder advies van mr. Arie Bouman.
Na de bouw in 1949 had het orgel maar 1 tongwerk, de Trompet 8 vt. Bij de bouw in de jaren 1946 t/m 1949 is gebruik gemaakt van bestaande windladen, vermoedelijk zijn delen van de laden van Maarschalkerweerd. Het zijn sleepladen die zijn omgebouwd tot elektrische sleepladen. Het oude orgel van van der Molen is verkocht aan een kerk in Arnhem, er zijn dus geen onderdelen van dit vorige orgel overgenomen in het huidige orgel. Deze laatste informatie verkreeg ik (TW) van Jaap Brouwer (Winsum)
De speeltafel vertoonde al vanaf het begin problemen zodat nog tijdens de bouw werd besloten om het binnenwerk geheel te vervangen door betere materialen.
Omdat de organist graag een extra tongwerk voor manuaal 2, nl. een Dulciaan 8 voet wilde, is deze door de toenmalige organist van de kerk, de heer Ko Brons (Appingedam 1913-Ermelo 2005) zelf gemaakt op aanwijzingen van de adviseur, Mr Arie Bouman. Brons was vanaf 1926 hulporganist in de Gereformeerde kerk van Appingedam, en heeft dus nog in zowel de oude kerk uit 1868 als de nieuwe kerk uit 1927 op het orgel van Van der Molen gespeeld, tot aan de bouw van het Pelsorgel in 1949. En vanaf 1949 dus op het toen nieuwe Pelsorgel. Andere Pels orgels uit deze tijd zijn in de provincie Groningen te vinden in de Gereformeerde kerk te Baflo (1951, waarschijnlijk het enige orgel in Nederland waar men met een auto onderdoor kan rijden) en in de Gereformeerde kerk Elim te Hoogkerk (1958). Deze laatstgenoemde kerk staat te koop en de toekomst van het orgel is onzeker.
Vanaf 1938 was Ko Brons, hij heette eigenlijk Tjakko Jan, hoofdorganist van deze kerk geworden. Naar informatie die ik van Wim Dalmaijer (organist te Uithuizermeeden) kreeg, blijkt dat Ko Brons een neef van de moeder van Wim Dalmaijer was.
Brons was o.a. dirigent van het door hem opgerichte oratoriumkoor “Laus Deo”. Als begeleiders schakelde hij vaak Klaas Bolt, Piet van Egmond, of Piet Post in. In 1958 vertrok Brons naar Groningen. Later verhuisde hij naar Ermelo, waar hij in 2005 overleed. Brons kwam uit de familie die de gelijknamige motorenfabriek Brons in Appingedam heeft opgericht.
In dit orgel is de visie van de toenmalige adviseur, Mr. A. Bouman, goed terug te vinden. Bouman ontwierp zelf een aantal nieuwe soorten registers en experimenteerde graag met nieuwe pijpvormen. In dit orgel is dit voor een deel terug te vinden in de registers Holquintadena 16 voet en Fourniture 3 sterk (3 pijpen per toets, met o.a. een septiemkoor, waarbij de 7e boventoon van de grondtoon wordt versterkt, wat een bijzonder en zeldzaam effect oplevert). Op 8 november 1949 werd het orgel goedgekeurd door de adviseur, Bouman, en werd het orgel in gebruik genomen. Het orgel kreeg onderstaande dispositie:
Manuaal 1 (C-g3):
Holquintadena 16 vt
Prestant 8 vt
Roerfluit 8 vt
Octaaf 4 vt
Nasard 2 2/3
Cornet 2-4 sterk
Fourniture 3 st (met septiemkoor)
Trompet 8 vt (fabricaat Giesecke)
Koppel Man1+2
Tremulant
Manuaal 2 (C-g3):
Baarpijp 8 vt
Salicionaal 8 vt
Prestant 4 vt
Gedektfluit 4 vt
Nachthoorn 2
Sesquialter 1-2 sterk
Scherp 5 sterk
Dulciaan 8 voet (gemaakt door Organist Brons)
Koppel Man 2+1
Tremulant
Pedaal (C-f1):
Bourdon 32 vt (akoestisch) Koppel Ped+1
Subbas 16 vt Koppel Ped+2
Prestantbas 8 vt
Gedekt 8vt
Koraalbas 4 vt
Bazuin 16 voet (gereserveerd)
Later, in 1968 is het orgel voltooid door de firma Verschueren (Heythuisen/Limburg) waarbij licht is afgeweken van de oorspronkelijke plannen: De aanvullingen en wijzigingen hielden het volgende in:
Al deze wijzigen waren nodig om het orgel meer draagkracht te geven bij de gemeentezangbegeleiding, ten tijde van de voltooiing door Verschueren zat de kerk ’s Zondags vol en werden er zelfs dubbele diensten gehouden. Ook was er de wens om meer registratiemogelijkheden te verkrijgen, door het uitgebreide fluitenkoor op manuaal 2, de toevoeging van de Fagot aan het pedaal en de nieuwe Octaaf 2 vt en Mixtuur 4-5 sterk van manuaal 1 kon dit worden gerealiseerd.
De wijzigingen en uitbreiding vonden plaats onder advies van de heren Oosterhoff en Vetter van de orgeladviescommissie van de Gereformeerde Organisten Vereniging. Ook is er later (1977) een nieuwe ombouw om het orgel gemaakt van deels gefineerd spaanplaat om het orgel beter te beschermen tegen stof en vuil.
De heren Bouman (adviseur bij de bouw in 1949) en Oosterhoff ( 1 van de adviseurs bij de uitbreiding in 1968) hebben samen het boek “Orgelbouwkunde” geschreven. Dit boek is tot op de dag van vandaag bij veel organisten en orgelmakers te vinden.
In de jaren 1948 tot 1969 kwam de Franse intonateur monsieur Henri Grados ieder jaar een aantal maanden naar Heythuisen om de medewerkers van Verschueren het intoneren van tongwerken te leren. Monsieur Grados had zijn opleiding genoten bij het beroemde Franse orgelmakershuis Aristide Cavaille Coll (niet bij Cavaille Coll zelf want die overleed in 1899, maar bij zijn opvolgers) en heeft daar langere tijd gewerkt. De firma Cavaille Coll was de belangrijkste en invloedrijkste orgelmakerij in de 2e helft van de 19e eeuw in Frankrijk. Er was een inspirerend contact tussen de toenmalige Franse organisten en componisten als Charles Marie Widor, Camille Saint-Saens, en Ceasar Franck, en de orgelbouwer Aristide Cavaille-Coll. Dit heeft een geweldige impuls gegeven aan de Franse orgelcultuur-en school die tot op de huidige dag waarneembaar is. Zeer waarschijnlijk heeft Grados de tongwerken van dit orgel geïntoneerd dan wel is hij bij het maken en intoneren van de tongwerken nauw betrokken geweest, omdat Grados in de tijd dat het orgel werd uitgebreid door Verschueren, een aantal maanden per jaar in de werkplaats van Verschueren werkzaam was. De tongwerken van dit orgel hebben in ieder geval een duidelijke Franse “tongval”. Het pijpwerk van de Dulciaan, maar wellicht ook de Trompet en de Fagot is zo te zien gemaakt door de fa. Giesecke (Göttingen), naar Franse voorbeelden.
Het orgel is diverse keren bespeeld door de bekende organist Piet van Egmond, die gevraagd werd om tijdens zangavonden koren te begeleiden. Tenslotte is het nog vermeldenswaardig dat de thans bekende organist Pieter Pilon zijn eerste ervaringen als kerkorganist op dit orgel heeft opgedaan.
In de jaren 2014, 2015 en 2017 zijn er door de firma Mense Ruiter verschillende werkzaamheden uitgevoerd die in wezen een deelrestauratie zijn. De membranen van de Subbas 16 voet van het pedaal waren in zeer slechte staat en zijn allemaal vervangen. Daarnaast is het orgel schoongemaakt en generaal gestemd, en zijn er onderhoudswerkzaamheden aan de tongwerken uitgevoerd. In 2017 zijn door de fa. Mense Ruiter de membranen (spaltleer) op de stevels van de Fagot 16 voet vervangen waardoor de Fagot weer optimaal tot spreken is gekomen. Ook zijn in 2017 de membranen van de lade van de Fagot vervangen. Daarnaast zijn er werkzaamheden verricht aan de contacten in de speeltafel, waaronder herstel van de koppel manuaal 2-pedaal. In 2019 zijn de 2 magneten voor de pedaalkoppels vervangen. De firma Ruiter heeft het orgel in onderhoud sinds 2015. Jaarlijks wordt het orgel nagezien, en waar nodig bijgestemd. Er zijn plannen voor groot onderhoud.
De huidige dispositie is: P=Pels 1949 V= Verschueren 1968
Manuaal 1 (C-g3):
Holquintadena 16 vt (P)
Prestant 8 vt (P)
Roerfluit 8 vt (P)
Octaaf 4 vt (P)
Octaaf 2 vt (V)
Fourniture 3 st (met septiemkoor) (P)
Mixtuur 4 à 5 st (V)
Trompet 8 vt (P/V fabricaat Giesecke)
Koppel Man1+2
Tremulant
Manuaal 2 (C-g3):
Baarpijp 8 vt (P)
Salicionaal 8 vt (P)
Prestant 4 vt (P)
Gedektfluit 4 vt (P)
Nasard 2 2/3 vt (P, van man 1)
Gemshoorn 2 vt (V)
Terts 1 3/5 disk vanaf c1 (op apart laadje) (P/V)
Scherp 4 st (P)
Dulciaan 8 vt (V fabricaat Giesecke)
Koppel Man 2+1
Tremulant
Pedaal (C-f1):
Bourdon 32 vt (akoestisch) (P)
Subbas 16 vt (P)
Prestantbas 8 vt (P)
Gedekt 8vt (P)
Koraalbas 4 vt (P)
Fagot 16 vt (V) (fabricaat Giesecke)
Koppel Ped+1
Koppel Ped+2
Registercrescendo (pedaaltrede)
Toetstractuur Electrisch
Registertractuur Electrisch
Windlade(n) Sleepladen (Maarschalkerweerd?)
Samenstelling vulstemmen :
Mixtuur IV-V sterk (Manuaal I) C: 2' - 1 1/3' - 1' - 1/2'. c°: 2 2/3' - 2' - 1 1/3' - 1' - 2/3'. c': 4' - 2 2/3' - 2' - 1 1/3' - 1'. c'': 5 1/3' - 4' - 2 2/3' - 2' - 1 1/3'. c''': 8' - 5 1/3' - 4' - 2 2/3' - 2'.
Fourniture III-IV sterk (Manuaal 1) C: 2' - 4/5' - 2/3'. Bes°: 2' - 1 1/3' - 4/5'. gìs°: 2' - 1 3/5' - 1 1/3' - 1 1/7'.
Scherp IV sterk (Manuaal II) C: 1' - 1/2' - 1/3' - 1/4'. Bes°: 1 1/3' - 2/3' - 1/2' - 1/3'. gìs°: 2' - 1' - 2/3' - 1/2'.
fis': 2 2/3' 1 1/3' - 1' - 2/3'. c'': 4' - 2' - 1 1/3' -1 '. d''': 5 1/3' - 2' - 1 1/3' - 1'.
Ties Wildeboer, 23 januari 2023
Bronnen : Een kerk op weg, 150 jaar Gereformeerden in Appingedam, auteurs : G. Kuiper en J.A. Blaak (uitgeverij Noorderboek 1985)
Websites Pels en van Leeuwen orgelmakers http://pelsenvanleeuwen.nl/nl/home.html en Verschueren orgelbouw http://www.verschuerenorgelbouw.nl/nl/index.html
informatie van Jaap Brouwer, Winsum
Eigen onderzoek.
Info drs. Hans Fidom